Er wordt gezegd dat hier een administratiegebouw heeft gestaan… wat is hier gebeurd?

Wilt u meer weten?
Bij het Administratiekantoor
Van hier boven is er een goed overzicht over het Lühlingsbachtal, waar de ertsstamper en de smelterij zich bevonden.
Bij dit punt bevond zich ook de schachtingang van de mijn. Van hieruit werd het looderts in een transportkarretje naar de ertsstamper gereden, om daar verder bewerkt te worden. Het afval werd in westelijke richting op Halde leeg gekiept.

Al in 1735 was er veel werk en geld in de mijnbouw gestoken. Maar de verwachte opbrengsten bleven uit. De hoge kosten voor het materiaalverbruik, de slechte opbrengst bij de smelterij, de hoge kosten van de transportondernemers en het gebrek aan steun vanuit het Bisdom uit Paderborn en Köln dreven de kosten op.
Ten laatste was de commercieel directeur van de onderneming er in november 1739 er met de salarissen en de bedrijfskas vandoor gegaan. Na amper een jaar beëindigde de mijnbouw in Bleiwäsche. Maar hiermee eindigde de ontginning van de looderts nog lang niet! In 1811 begon de mijnbouw opnieuw. Pas in 1887 werd het voorgoed beëindigd.
Toch was het met de loodertsmijn en die lange mijnbouwtraditie in Bleiwäsche niet adgelopen. In januari 1908 werd er weer opnieuw met de mijnbouw begonnen. Er werd nu echter Bariet gedolven. Maar het Bariet bevond zich op het grondstuk van Fritz Schönne. Zijn huis werd bij het ontginnen zwaar beschadigd. In 1910 was het klaar om gesloopt te worden. Ook de straat aan zijn huis was duidelijk verzakt. In september 1912 stortte een deel van de Barietgroeve in.
Ook de Barietwinning had een wisselende geschiedenis. Daarmee kwam de mijnbouw in Bleiwäsche ten einde.[1]

[1]
Krus, Horst-D. (1987). Heimatbuch der Stadt Wünnenberg – Das vielfältige Wünnenberger Gewerbewesen in Vergangenheit und Gegenwart. Stadt Wünnenberg.
